Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kwam David te [1]Nob, tot den priester Achimelech; en Achimelech [2]kwam bevende David tegemoet, en hij zeide tot hem: Waarom zijt gij [3]alleen, en geen man met u? 1. Dit was een priesterlijke stad, niet ver van Anathoth, in den stam Benjamins, 1 Kon.2:26, Neh.11:32, waar te dezer tijd de ark des verbonds was. Hierdoor is het geschied, dat daar zoveel priesters bij elkander waren, gelijk verhaald wordt, hfdst.22 vs.18. 2. Hebreeuws, beefde David tegemoet. Vergelijk boven, hfdst.13 vs.7, en hfdst.16 vs.4. 3. Matth.12:3,4, wordt vermeld van David en die met hem waren, van welken hier gezegd wordt dat David hun een zekere plaats te kennen gegeven had, alzo dat het schijnt, dat David alleen tot den priester gekomen is.